Zippora Elders, openings speech solo expositie De Nederlandsche Bank september 2018
Renée van Oploo stapte uit de reclamebranche over naar beeldende kunst op het Sint joost in Den bosch.
Ze groeide op in een dopje daar net onder, als jongste in een familie met interesse in kunst en natuur.
Animatie is vanaf het begin een interesse geweest: renée houdt, zo zegt ze zelf, van verschillende
elementen die tot een geheel komen. Keramiek, veel directer en vaak met een performatief element,
vindt ze een mooie tegenhanger, die spanningsvolle zoektocht naar de balans tussen natuurlijk materialen
en technologische mogelijkheden zien we ook terug in haar praktijk.
Zelf noemt Renée de uitkomsten van haar werk een filosofische of essayistische weergave van het verlangen naar de natuur. Dat
zien we ook terug: de tentoonstelling is poëtisch en verbeeldt dat verlangen, maar vertelt ook een verhaal. Dat verhaal gaat
over een zoektocht naar het vinden van een plek op deze aarde, in de natuur, maar ook in relatie tot technologische vooruitgang.
Hoe kunnen we de wereld nog begrijpen? Die zoektocht, dat laten meevoeren, innemen, wordt gesymboliseerd door het water.
Vandaar ook de titel van de tentoonstelling: I am water.
Maar de tentoonstelling is niet alleen poëzie. Het is ook proza. Een verhaal over alledag: zakenmannen zingen over hun drukke
leven en hoe ze zich terugtrekken in de natuur. Losse filosofische reflecties op de oorsprong van het water. En het lied,
met Renée’s tekst, gezongen en gearrangeerd door Frenk Reemer, vertelt van een melancholisch verlangen naar de aarde: een
eenzaamheid en een angst om haar te verliezen, terwijl we misschien ergens al weten dat we al verloren hebben, als bij een
geliefde waar we bij nader inzien niet zonder kunnen.
Kunstenaars die begaan zijn met de toekomst, die de tijdsgeest haarfijn aanvoelen, die dit verbeelden in taal en materiaal:
het is van alle tijden. Misschien herkennen we de contemplatie en het ontzag voor het sublieme van Caspar David Friedrich,
de fascinatie voor het landschap van Jacob van Ruydael, de behoefte om te simplificeren van fotograaf Sugimoto, maar ook de
experimenten en vasthoudende, geëmotioneerde eigenheid van Laurie Anderson en Brian Eno, Renée’s inspiratiebronnen voor haar soundscapes.
Renée zelf is onderdeel van een generatie die niet bang is voor technologische ontwikkelingen, sterker nog ze beheerst ze.
Precies daarom is er dat onbehagen, dat besef en die melancholie. Net als het verloop van deze hernieuwde tendens in de kunsten,
weten we niet waar de huidige maatschappelijke, technologische en klimatologische ontwikkelingen ons gaan brengen. Jonge
opkomende kunstenaars geven beelding aan hen gevoel, pikken hints en referenties op, maar uiteindelijk – zo lijkt Renée te
zeggen kunnen ze niet anders dan zich daarvan bewust proberen te zijn en verder mee te vloeien als de rivier.
Wat overblijft is het water, de liefde en de hoop dat die inderdaad tot in het oneindige zal blijven bestaan.